Meer dan perfect: Sophie Dries over schoonheid en speelsheid

Sophie Dries ziet schoonheid in imperfectie; in het ruwe randje van een oppervlak, in de stille overblijfselen van tijd, in de spanning tussen overvloed en het alledaagse. In haar ogen draait design niet om perfectie, maar om ontdekking, tegenstrijdigheid en speelsheid. In deze uitgave vertelt ze waarom er bij design altijd ruimte moet overblijven voor verrassing.

Sophie Dries is een architecte en ontwerpster uit Parijs. In 2014 richtte ze haar ontwerpbureau op. Haar werk bestaat uit een mix van architectuur, interieurs en verzamelobjecten. Daarbij grijpt ze vooral terug op ruwe materialen, ambachtelijke technieken en een gevoel van imperfectie. Door luxe in evenwicht te brengen met het organische, creëert ze ruimtes en objecten die zowel geraffineerd als heel menselijk aanvoelen.

Danielle Pender: In het verleden sprak je over hoe je, op jonge leeftijd, met je handen wilde werken. Wat was er zo bijzonder aan het gevoel en het proces dat jou is bijgebleven? 

Sophie Dries: Grappig om te vertellen. Ik was eigenlijk nooit van plan om architecte te worden! Als kind was ik helemaal in de ban van scheikunde en archeologie. Het was helemaal niet vanzelfsprekend dat ik uiteindelijk als ontwerper aan de slag zou gaan, maar terugkijkend is het wel duidelijk dat die interesses van toen nog steeds van invloed zijn op mijn werk. Als ik in de werkplaats aan het werk ben met glas of keramiek, lijkt dat heel erg op scheikunde; materialen mengen, verhitten en zien hoe ze transformeren. En mijn liefde voor archeologie sluit aan op mijn obsessie voor pure organische vormen.Als ik nu naar Murano ga en zie hoe gesmolten glas van consistentie verandert door het te verhitten en door andere processen, voelt dat voor mij nog steeds als iets magisch. Dat ligt aan mijn werk ten grondslag: experimenteren, materialen onverwachte richtingen op duwen en nieuwe texturen en combinaties ontdekken. Ik werk graag met materialen die niet noodzakelijk bij elkaar horen.

Ik vind het fantastisch om jou te horen praten over experimenteren en hoe dit jouw ontwerpproces een bepaalde richting op stuurt in plaats van dat je begint met een eindproduct in gedachten. 

Het begint altijd met een bezoek aan de werkplaats. Ik observeer het vakmanschap en laat me door nieuwsgierigheid leiden. Ik stel mezelf de vraag: “Wat gebeurt er als ik dit doe?” We beginnen met proefstukken, met het schetsen van ideeën en pas daarna modelleren we de uiteindelijke functie of vorm. Het is een zeer organisch proces.

Met wie heb je onlangs nog gewerkt?

Ik heb samengewerkt met glasmakers in Murano, waarbij we geëxperimenteerd hebben met het toevoegen van mineralen in het glas. Ik ben volledig geobsedeerd door mineralen. Dat vindt zijn oorsprong in archeologie en geologie. Het zijn natuurlijke wonderen, eindeloos fascinerend. Op dit moment ben ik ook aan het experimenten met metalen. Onlangs heb ik een reeks spiegels gelanceerd in New York. Ze zijn gemaakt van gepolijst rvs gecombineerd met brons laswerk voor het frame. Ik ben nogal in de ban om de littekens, of wat eigenlijk verborgen moet blijven of verwijderd moet worden juist te tonen als iets moois.

Het is werkelijk verfrissend dat jij imperfectie en het onverwachte omarmt.

Ja, naar mijn mening zijn perfecte objecten niet altijd per definitie de mooiste. Met name op het gebied van design, waarbij zoveel massaproductie is, verlangen mensen naar uniciteit: items die iets mysterieus hebben en de signatuur dragen van de persoon die ze gemaakt heeft. Tijdens het creëren van woonprojecten licht ik mijn cliënten graag voor over waarom imperfectie zo belangrijk is. Iets dat met de hand gemaakt is, heeft een ziel: het ziet er niet uit alsof het er door een computer is uitgeperst.

“Door te experimenteren, sta je ervoor open om nieuwe dingen te ontdekken waarnaar je niet op zoek was. Er steekt veel waarde in die willekeurigheid en magie, dat vandaag de dag vaak ontbreekt aan onze zo op perfectie gerichte cultuur.”

Denk jij dat de vraag naar vakmanschap en tactiel ontwerp in onze hyper-digitale wereld toeneemt? 

Zonder twijfel. Wij hebben geluk, want vakmanschap is belangrijker dan ooit. In een wereld die voornamelijk draait om beeldschermen en AI, hebben mensen een sterke behoefte aan zintuiglijke ervaringen. Daarom is eten zo’n cultureel focuspunt geworden; het is iets dat digitaal niet kan vervangen. Alle zintuigen worden erbij betrokken en het brengt mensen samen. Hetzelfde geldt voor vakmanschap en meubels. We kunnen onze levens voor veel dingen via onze telefoons leiden, maar volgens mij realiseren mensen zich hoe enorm ze tactiele ervaringen missen: fysieke interactie met objecten. Daarom leggen mijn ontwerpen de nadruk op tastbaarheid, textuur en organische vormen. We worden omgeven door afleiding en immaterialiteit, maar materialiteit (hetzij qua ontwerp, eten of live muziek) draagt bij aan echte menselijke connecties.

Hoeveel storytelling zit er in jouw werk?

Storytelling speelt een grote rol, met name als ik in opdracht van particulieren of verzamelaars werk. Het is belangrijk hen te helpen begrijpen hoe uniek de werken zijn. Als je bijvoorbeeld een handgemaakte tafel koopt, is het belangrijk om te weten dat hij er niet precies uitziet zoals die op de showroomfoto, aangezien de tafel speciaal voor jou gemaakt wordt. Het materiaal, net als hout, leeft. Het zal dus reageren op de luchtvochtigheid in huis, waardoor het zal barsten of gaan schuiven. Het is natuurlijk en prachtig. Ik werk uitsluitend met natuurlijke materiaal, zoals hout, metaal en glas. Dingen die een patina ontwikkelen naarmate ze ouder worden, en wat hen nog mooier maakt. Dat is anders dan wanneer je met synthetische materialen werkt. Ik wil altijd dat mijn cliënten deze werken als erfstuk beschouwen in plaats van items die je na een paar jaar weer weggooit; dingen die blijven bestaan en die ze aan hun kinderen kunnen nalaten of zelfs op een veiling kunnen verkopen.

Openstaan om te experimenteren, betekent ook ervoor openstaan om fouten te maken. Kun je het idee van ‘beter falen’ uitleggen? 

Nogmaals proberen. Nogmaals falen. ‘Beter falen’ is een citaat van Samuel Beckett, maar ik ben het er volledig mee eens. “Door te experimenteren, sta je ervoor open om nieuwe dingen te ontdekken waarnaar je niet op zoek was. Soms vind je niet waarnaar je wel op zoek was, maar tijdens het proces ontdek je iets dat nog veel interessanter is. Er steekt veel waarde in die willekeurigheid en magie, dat vandaag de dag vaak ontbreekt aan onze zo op perfectie gerichte cultuur.”

Kun je bepaalde specifieke voorbeelden noemen van projecten waarbij falen of zulke ‘geweldige ontdekkingen per toeval’ tot iets nieuws of onverwachts hebben geleid? 

Ja, zeker! Eén memorabel voorbeeld is een project waaraan ik heb samengewerkt met een keramist waarmee ik al sinds het begin van mijn praktijk samenwerk. We begonnen met zwart keramiek en dat ging goed. Maar vervolgens probeerden we het met wit porselein. Porselein is veel breekbaarder, dus gingen er veel werken kapot tijdens het verhitten. Na heel veel gebroken items ontmoette ik een vrouw die kintsugi beoefent. Dat is een kunstvorm waarbij gebroken keramiek gerepareerd wordt met goud. We besloten een aantal van die items te repareren en ze bleken behoorlijk uniek te zijn. Dit falen leidde dus tot iets prachtigs.

“We creëren mooie dingen. Daarom is het belangrijk dat we onszelf niet al te serieus nemen.Het leven moet vreugdevol zijn en ik wil dat dit in mijn werk terug te zien is.” Sophie Dries

Dat is een geweldige anekdote.

De beperkingen van keramiek en die fouten, met name tijdens het werken met mineralen die bestand zijn tegen hoge temperaturen, leidden ertoe dat ik glas ging gebruiken. Inmiddels behoort dat tot mijn lievelingsmaterialen. Ik ben bezig om mica, een mineraal met smalle, gelaagde bladeren, te integreren in glas. Anderhalf jaar lang experimenteerden we met verschillende technieken. Sommige werken gingen kapot, in anderen zaten luchtbubbels, maar we waren er niet eens zeker van of we mineralen überhaupt konden opnemen in het glas op een dusdanige manier dat dit op lange termijn werkte. Uiteindelijk slaagden we erin om met behulp van mica prachtige vazen, lampen en sculpturen te maken. Dat vind ik nog het meest opwindende eraan: de samenwerking, het uitwisselen van ideeën en iets voor je ogen te zien ontstaan.

Je bent beïnvloed door de Arte Povera-beweging. Vertel eens waarom dit jou zo aanspreekt? 

Ja, ik ben volledig gefascineerd door het gebruik van niet-traditionele materialen. Als interieurontwerpster werk ik vaak voor welvarende mensen die zich dure materialen kunnen veroorloven. Maar ik combineer dergelijke materialen graag met materialen die wij als ‘bescheiden’ beschouwen. Het is een beetje zoals Jean-Michel Frank’s paradox: in de jaren 30 van de vorige eeuw werkte hij voor de rijkste mensen, maar hij gebruikte eenvoudige materialen zoals hergebruikt glas of pleister. Ik gebruik graag materialen die van oudsher niet noodzakelijk als waardevol worden beschouwd. Ik combineer ze graag op manieren die men niet verwacht. Daarmee speel ik graag op rebelse wijze. Naar mijn mening doet mode dit ook: mensen combineren conceptuele collectie-items met basics, en dat is nog steeds zeer klassiek. Ik ben dol op die tegenstrijdigheid.

Je bent tevens verzamelaar. Hoe is dit terug te zien in je werk als ontwerper of vice versa? 

Ik omgeef mezelf graag met items die iets voor mij betekenen. Met name van andere ontwerpers of kunstenaars van mijn generatie. Eén van de eerste werken die ik ooit kocht, was een prototype van Max Lamb. Daarnaast ondersteun ik graag aankomend talent, zoals Ana Karkar, Anastasia Bay of Wendy Andreu. Ik houd van samenwerken, delen en collega-ontwerpers ondersteunen. Het draait allemaal om gemeenschapsgevoel en samenwerking, dus niet om ego. Als ik dus met een project bezig ben, betrek ik er graag mensen bij of luister ik graag naar nieuwe meningen en deel die met de wereld. 

Dat klinkt geruststellend. Je bent tevens beïnvloed door Gaetano Pesce, wiens werk zo vrolijk en speels is. Is die houding belangrijk in jouw werk? 

Zonder twijfel. Ik ben dol op zijn werk. Ik ben van mening dat design leuk moet zijn en dat willekeur tijdens het maken geaccepteerd moet worden (verwijzend naar zijn collectie ‘Nobody’s Perfect’). Wat wij doen is zo waardevol, maar we zijn geen maatschappelijk werkers. “We creëren mooie dingen. Daarom is het belangrijk dat we onszelf niet al te serieus nemen. Het leven moet vreugdevol zijn en ik wil dat dit in mijn werk terug te zien is.”

Welke passies heb je nog meer, naast design en je werk? 

Ik ben altijd al geïnteresseerd geweest in mode. Het is een beetje hetzelfde als ontwerpen in de zin dat het verschillende sferen en connecties onderzoekt. Mijn man is kunstenaar. Daarom reizen we veel, wat aansluit bij ons werk. Bovendien houden we van eten. We proberen graag nieuwe culinaire ervaringen uit. Onlangs hebben we San Sebastián bezocht, één van de beste plekken ter wereld op het gebied van experimentele cuisine. We hebben het beeldenpark Chilida Lekub bezocht, een experimenteel diner gehad bij Mugaritz, en regionaal eten gegeten bij Gerald's. Ik vind het fascinerend hoe chef-koks, net als ontwerpers, met hun werk een boodschap overbrengen. Het is een andere taal, het is zeer genereus en het spreekt meteen alle zintuigen aan. Je kunt het niet digitaliseren, en dat vind ik geweldig.

Je hebt een zeer inspirerende benadering van het leven: om je open te stellen en te experimenteren. Wat staat er binnenkort op de planning? 

Ik ben een kunstgalerie aan het ontwerpen in Tokio, en alle meubels zijn met de hand gemaakt: de wabi-sabi-versie van mijn huidige lijn. In New York, is ‘The Styx’-lijn in rvs en brons een collectie spiegels die deze lente uitgebreid zal worden met nog meer items. Binnenkort lanceer ik mijn eerste collectie puur linnen gordijnen in samenwerking met een Franse producent. Ze worden allemaal in het noorden van Frankrijk vervaardigd, in een regio waarin men nog steeds gespecialiseerd is in textiel. We zijn al een jaar bezig met testen hoe het materiaal geweven moet worden, dus ik ben laaiend enthousiast. En uiteraard vindt de Salone del Mobile Milano in april plaats. Dat is altijd een geweldige moment om met de ontwerperscommunity in contact te komen, het is een soort familiereünie.

Aanmelden voor de V-ZUG nieuwsbrief

Ontdek samen met ons de spannende wereld van het V-ZUG nieuws. Door het werk van architecten, ontwerpers, chef-koks, kunstenaars en ondernemers verkennen wij wegen naar de toekomst. Laat u inspireren door onze boeiende nieuwsbrief - van het laatste nieuws over producten en impressies van events tot spannende verhalen met interessante persoonlijkheden.