Weet je nog wanneer jij je realiseerde dat je van ontwerpen je werk wilde maken?
Ik denk dat dat al als kind begon. Ik was dol op het bouwen van schaalmodellen. Daar was ik altijd mee bezig: vliegtuigjes, auto’s, motorfietsen, boten. Bovendien ontwierp ik ze ook zelf. Zo maakte ik vliegtuigjes van balsahout en rustte ik ze uit met elektrische componenten, afstandsbedieningen en motoren. Op school deed ik niets lever dan tekenen. Dus maakte ik vaak tekeningen namens mijn klasgenoten. Hoewel ik oorspronkelijk Bedrijfskunde studeerde aan de universiteit, bleef de droom om te ontwerpen aan me trekken. Na een inspirerende reis door Europa besloot ik het roer om te gooien en begon ik aan een studie Industrieel Ontwerp.
Je bent officieel opgeleid tot industrieel ontwerper. Wat zijn de waardevolste dingen die je tijdens je opleiding hebt geleerd?
Dingen vanuit een ander perspectief bekijken en ‘outside the box’ denken. Als je bijvoorbeeld een fles opnieuw moet vormgeven, begin dan niet met de fles zelf. Houd je in plaats daarvan bezig met de basis: ongeacht of het iets is om water in op te slaan of een manier om water van A naar B te transporteren. Deze mindset leidt vaak tot geheel nieuwe oplossingen, die essentieel zijn voor een ontwerper. Een andere waardevolle les is het belang van storytelling: elk product moet een verhaal te vertellen hebben.
Is tijdens je opleiding de nadruk gelegd op technische vaardigheden, op creativiteit of op allebei? Hoe heeft dat jouw perspectief gevormd?
Deze twee aspecten waren in balans. Als ik begin met ontwerpen, stel ik mezelf de vraag: “Wat willen mijn klanten?”. Dan begin ik met het schetsen van ideeën. Ik houd er dus zowel een creatieve als een technische benadering op na. Ik probeer open-minded te blijven en tegelijkertijd denk ik na over de implementatie en de kosten ervan en of het idee haalbaar is.
Over welke kwaliteiten beschikt een goede ontwerper?
Passie. Maar dat geldt voor elk beroep. Je moet doen waar je echt van houdt, omdat je het lang zult moeten volhouden. Nieuwsgierigheid is al net zo belangrijk. Op de hoogte blijven van wat er in de wereld speelt: geschiedenis, maatschappelijke veranderingen, financiën, mode. Alles.
Je hebt in Buenos Aires gestudeerd en bent later naar Zwitserland verhuisd. Hoe verschillen deze twee landen qua design? Denk je dat deze ongebruikelijke combinatie jouw manier van werken heeft beïnvloed?
Ik zeg weleens dat ik het product ben van twee werelden – beide hebben op hun eigen manier mijn denken en mijn persoonlijkheid diepgaand gevormd. In Argentinië volg je een ontwerpfilosofie die sterk lijkt op die van de Politecnico di Milano: gevoelsgedreven, met een uitgesproken aandacht voor esthetiek. In Zwitserland ontwerpt men rationeler, strakker en meer volgens de Bauhaus-principes, ook al is Bauhaus op alle ontwerpbewegingen van invloed geweest. Zuidelijk design is opstandiger en minder perfectionistisch. Ik speel graag met deze twee invloeden. Toen ik bij V-ZUG kwam werken, legde ik de nadruk op schoonheid. Ik zeg vaak dat schoonheid een functie is. Schoonheid en emotie zijn essentieel.